De egel komt al duizenden jaren voor in Europa. Nu wordt hij bedreigd door verstedelijking en verkeer, gebruik van gif en gebrek aan geschikte leefruimte.
Uiterlijk en gedrag
De egel is verre familie van de mol en de spitsmuis, maar dan met stekels. Die stekels zijn eigenlijk aangepaste haren. Ze hebben vier poten van tien centimeter, hun staartje is twee centimeter, ze hebben een hele goede neus en hele goede oren, maar hij is wat bijziend. Als er gevaar dreigt rolt de egel zich stijf op in een bal, met alle stekels overeind. Dat kan hij omdat hij daarvoor een speciale spier heeft, zijn kop en pootjes trekt hij naar binnen, hij heeft een relatief korte nek.
Een egel kan tot 7 kilometer per uur rennen, hij kan ook zwemmen, in klimop klimmen en zich door kleine kieren wurmen. Hij is erg nieuwsgierig en komt daardoor nog weleens in de problemen.
Voedsel
Hij eet voornamelijk kevers, rupsen, wormen en slakken, maar een gevallen vogeleitje wordt ook graag gegeten. De egel houdt een winterslaap, omdat in de winter geen voedsel te vinden is.
Gevaren
De egel is een nachtdier: hij is alleen in de nacht actief, dat is veiliger. Want er zijn veel gevaren voor een egel. Zijn vijanden zijn de das, de oehoe, soms de vos, soms ook de hond, maar vooral de mens, met zijn snelwegen en auto’s, tegeltuinen en bebouwing. Putten, schapengaas, zwembaden, vijvers met steile kanten, rondslingerend afval, prikkeldraad, moestuinnetten zijn zo een paar van die gevaren. U ziet, allemaal gevaren van de mens.
Meer weten?
Kijk dan op de site van de zoogdiervereniging.